Het verschil binnen de seksen is groter dan het verschil tussen de seksen. In de opvoeding moeten jongens meer kans krijgen om ook hun zorgzame kant te ontwikkelen. Ze hoeven niet meer als enige de kostwinner te zijn. Jens van Trigt heeft kritiek op de benadering van de SIRE-campagne ‘Laat je jouw jongens genoeg jongen zijn?’.
Jens van Trigt: ‘Kritiek van mannen ben ik wel gewend’
De man zit net zo goed als de vrouw in een keurslijf, vindt Jens van Tricht (48) van platform Emancipator. ‘Dominant, sterk, stoer – daar word je als man nog steeds op afgerekend.’
‘Een mannelijke feminist’ noemt Jens van Tricht zichzelf. Hij richtte drieënhalf jaar geleden stichting Emancipator op, waarmee hij zich hard maakt voor een gelijke positie voor mannen en vrouwen. En Van Tricht is niet bang zich te mengen in discussies – zo’n 25 jaar geleden rondde hij zijn opleiding vrouwenstudies af, hij heeft inmiddels lang genoeg geluisterd om zelf zijn stem te laten horen. Veelgehoorde reacties uit de mannelijke hoek: mietje, homo, geen echte man. Van Tricht heeft de overtuiging dat we af moeten van het traditionele keurslijf van mannelijkheid, waarbij een man daadkrachtig, dominant, onafhankelijk, competitief, sterk en stoer moet zijn. “Als ik tijdens workshops een flap-over klaarzet met een stift erbij, zijn dat de kenmerken die telkens komen bovendrijven. Het is wat stereotiep, maar dat is waar je als man op wordt afgerekend. Ik denk dat iedere man daar iets uit herkent. Voldoe je niet aan die zaken, dan ben je een mietje.”
Eind juli kwam Sire met een spotje: jongens moeten jongens kunnen zijn.
“In het spotje worden mannen en vrouwen tegenover elkaar gezet. Jongens krijgen een ouderwets perspectief – ravotten, stoeien – terwijl we juist niet terug in de tijd, maar vóóruit moeten. Zo’n stereotypering is beperkend voor mannen. Het feminisme zegt: jullie hebben ook zorgzaamheid, empathie en zachtheid. Maak daar gebruik van. Het feminisme wordt vaak weggezet alsof het tegen mannen is, maar ik zie het als een stroming die zegt: goh mannen, jullie zijn tot meer in staat. Je hoeft niks te onderdrukken in jezelf. Alle mannen zitten in zekere zin in de kast van mannelijkheid.”
U dacht mee in het voortraject, maar was niet blij met het eindresultaat.
“Nee, het is namelijk ook beperkend voor vrouwen: blijkbaar mogen zij niet ravotten, jongens wel. Terwijl uit allerlei onderzoeken blijkt: er is veel meer overlap dan verschil tussen jongens en meisjes. Onderling, binnen de sekse, zijn de verschillen veel groter. Volgens ( mij is dat de kern.”
U schreef in uw essay ‘Red de jongens’: ‘De meeste jonge mannen (…) leven in het hier en nu. Later is boeie, kostwinnerschap geen woord in hun vocabulaire; wel willen ze graag rijk en succesvol worden. (…) En iemand vinden om van te houden. En kinderen krijgen.’ Is dat een luie houding?
“Het woord ‘lui’ is niet aan mij.”
Ik herken wel iets in die houding. Overzie ik het probleem niet?
“Ik denk dat het toekomstperspectief waarmee jij als man bent grootgebracht wezenlijk verschilt van het beeld waarmee de meeste vrouwelijke leeftijdsgenoten (twintigers, red.) zijn opgegroeid. Een vrouw moet economisch zelfstandig zijn, een diploma en een baan hebben, en moet daarnaast moeder worden – en een goede ook. De meeste mannen groeien nog steeds niet op met het perspectief dat ze een zorgzame vader moeten zijn. Carrière maken staat op één. Ik chargeer, maar de meeste mannen houden voor het eerst een baby vast als hun eigen kind geboren is.” “In het essay schrijf ik wel dat er voor het eerst een generatie jongens opgroeit die niet ten koste van alles kostwinner hoeft te zijn. Tegelijkertijd blijven jongens het belangrijk vinden dat ze een gezin kúnnen dragen en meer verdienen dan hun partner. Er zit ontwikkeling in, maar stel je voor dat je kunt zeggen: ik wil doen wat ik leuk vind, ik hoef niet per se die race in om wie het succesvolst is. Dan komt er ruimte voor hobby’s, vrijwilligerswerk en vaderschap; een gevoel van eigenwaarde dat van een breder pallet afhankelijk is dan van een goede baan en het gezinsinkomen.”
(Deel van)Interview uit: Parool 15 augustus 2017, Joep School