Verrassende documentaire over Nature Nurture-Debat: twee Noorse gender researchers moeten hun resultaten nog eens goed bekijken voordat ze met conclusies komen
http://www.youtube.com/watch?v=tiJVJ5QRRUE
Waardoor kiezen vrouwen in landen met meer gelijkheid tussen man en vrouw voor vrouwelijke beroepen? Een informatieve en vermakelijke Noorse kwaliteitsdocumentaire uit een serie van 7 uitzendingen over het nature-nurture debat door de Noorse cabaretier en documentairemaker Harald Eia. Gepubliceerd op 9 mei 2012
In Noorwegen, het land met het kleinste verschil tussen mannen en vrouwen van de hele wereld, kiezen jonge mensen nog steeds even traditioneel als 15 jaar geleden: vrouwen kiezen een baan in de zorg, de advocatuur; ze worden partijleider, minister-president of werken in gevangenissen. Kortom allemaal banen waarin het contact met mensen centraal staat. Ondanks pogingen van de Noorse regering om de verhoudingen te beïnvloeden blijven de percentages vrouwen in mannelijke beroepen stabiel evenals die van vrouwen in mannelijke beroepen. En dit terwijl in armere landen zoals India een hoger percentage vrouwen dan in Noorwegen voor technische beroepen kiest.
Hoe dit verschijnsel te verklaren? De twee Noorse gender researchers Catherine Engeland en Jorgen Lorentzen zeggen aan te kunnen tonen dat er geen verschil is tussen de hersenen van jongens en meisjes en dat alle verschil cultureel bepaald is. In de documentaire wordt niet duidelijk hoe ze dit dan zouden hebben vast gesteld en dit is ook in strijd met de onderzoeksresultaten van de laatste jaren. Onderzoek in de VS door Richard Lippa op basis van een internetonderzoek onder 200.000 mensen in 53 landen van over de hele wereld toont dat er een biologische basis moet zijn: vrouwen kiezen voor vrouwelijke beroepen en mannen voor mannelijke.
Ook de Noorse professor Trond Diseth komt tot dezelfde conclusie maar dan op basis van een onderzoek bij baby’s van 9 maanden. De meisjesbaby’s kruipen vaker naar ‘meisjesspeelgoed’en de jongensbaby’s naar ‘jongensspeelgoed’. De baby’s worden geboren met een duidelijk biologisch verschil.
Simon Baron-Cohen van het Trinity College in Cambridge, expert op het gebied van autisme, toonde aan dat 1-dag oude jongetjes al langer naar allerlei technische constructies kijken dan even oude meisjes terwijl de laatsten juist langer naar gezichten kijken. Hij stelde vast dat het testosterongehalte van jongensfoetussen twee keer zo hoog ligt als dat van meisjesfoetussen. Verder werd duidelijk dat hoe hoger het gehalte aan testosteron is, hoe later het kind taal ontwikkelt en hoe minder oogcontact het heeft op 2–jarige leeftijd. Op de leeftijd van 8 jaar waren de kinderen met een hoog prenataal gehalte aan testosteron minder empatisch, hadden meer moeite de emoties van anderen te herkennen en zich te verplaatsen in de positie van anderen.
Anne Campbell, evolutiepsycholoog aan de Durham Universiteit in Engeland, verklaart dat vrouwen evolutionair gezien zo veel mogelijk nakomelingen moeten voortbrengen en dat bereiken door onderdeel van een groep te zijn en blijven en voordeel hebben van ‘cooperative exchange’. Daarbij helpen empathie en het vermogen tot samenwerken. Haar onderzoek wijst uit dat vrouwen onder stress bijvoorbeeld wanneer ze weten dat ze een elektrisch schokje zullen gaan krijgen de neiging hebben om dit in gezelschap van anderen af te willen wachten, terwijl mannen dan juist liever alleen zijn. Zij ziet dat hoe meer mogelijkheden een maatschappij aan haar mensen kan bieden, hoe meer ze hun genetisch bepaalde voorkeur tot uitdrukking zullen brengen. In arme landen zullen vrouwen daarom elke baan pakken die ze kunnen krijgen en kiezen zodoende meer vrouwen voor technische beroepen.
Samenvattend: de nature-nurture discussie blijft en de twee Noorse gender researchers moeten hun resultaten nog eens goed bekijken voordat ze met conclusies komen.