Meer jongens dan meisjes blijven in de onderbouw zitten! 47% van de jongeren die een vwo-diploma halen, zijn jongens, 53% zijn meisjes: een verschil van 1900 jongeren. Wat doet het onderwijs hieraan? Wat kunnen de ouders doen?
“Ook een traag groeiende boom kan hoog worden.”
Prof. Dr. Jelle Jolles LEARN!-VU Amsterdam
Verschillen jongens en meisjes
Tussen de meisjes onderling en de jongens onderling is een grote variatie. Toch vallen de verschillen tussen de geslachten op. Hersenonderzoek legt de oorzaak van deze verschillen bloot: jongenshersenen ontwikkelen zich trager en anders dan die van meisjes. Jongens en meisjes produceren ook verschillende hormonen. En de ontwikkeling van de hersenen staat weer onder invloed van deze verschillende hormonen.
Het brein in de puberteit
Hersenonderzoek van onder andere Eveline Crone wijst uit dat de prefrontale cortex (afgekort PFC) zich zeker tot het 22ste jaar blijft ontwikkelen. Dit hersendeel in het voorhoofd speelt een rol bij planning, organisatie en impulsbeheersing. Als het emotionele deel en de beloningsgebieden van de hersenen de overhand op de PFC krijgen, onstaat roekeloos en impulsief gedrag. De invloed van de PFC wisselt en wordt sterk beïnvloed door de motivatie van de jongeren. Die motivatie wordt weer sterk beïnvloed door de omgeving: de invloed van ouders en vrienden.
“Meisjes stoppen niet met leren, jongens beginnen niet met leren.“
Rens Koole, directeur Luzac Opleidingen en Luzac Colleges
Onderpresteren
Ook is het onderwijs veranderd in het nadeel van de jongens: zo is het onderwijs in de exacte vakken meer ‘talig’ geworden, worden er minder uren lichamelijke opvoeding gegeven en wordt er minder controle uitgevoerd op het huiswerk. Jongens hebben structuur nodig. Zo niet dan leggen ze in de onderbouw geen stevige basis. Ze verliezen de motivatie om de achterstand weg te werken en worden onderpresteerders. Vooral in de onderbouw is een jongensvriendelijk beleid nodig.