Scholen

Jongensgedrag
Jongens kunnen druk zijn of totaal uitgeblust naar buiten staren: ze verkeren in de stop-modus. Ze stommelen de klas binnen en friemelen met hun etui, hun boeken liggen bij de huiswerkhulp en in hun schriften kunnen ze niets vinden. Ze hebben vaker dan meisjes moeite met plannen, herkennen gezichtsuitdrukkingen minder goed en zijn in de puberteit minder sociaal vaardig. Hierdoor is het maken van groepsopdrachten voor hen lastiger. Jongens zijn bovendien impulsiever, denken minder op de lange termijn, overschatten zich zelf, zijn minder geneigd tot zelfreflectie en hebben moeite met samenwerken in groepjes van twee of meer. En dan zitten ze ook nog eens langer dan meisjes achter de computer.
Waar zijn de jongens dan wel goed in? Zij kunnen beter relativeren: ze laten zich niet zo snel gek maken als de meisjes maar dat is dan ook meteen hun zwakke kant.
Weet je de jongens aan te spreken op hun creativiteit en autonomie, dan blijken ze in korte tijd enorm veel werk te kunnen verzetten. Ze gaan dan meestal voor de hoofdlijnen en letten minder op de uitvoering.

 

“Overijverige meisjes versus labbekakkerige jongens.”

Frank van Kampen, hoofd studentenzaken UvA

Jongensbeleid
Een school wil dat jongens diploma’s halen op het niveau van hun intelligentie. Vooral in de onderbouw scoren de jongens lager dan je op grond van hun intelligentie mag verwachten. Vaak worden ze dan naar een lager schooltype geplaatst. Zo komen vwo-jongens dan terecht op het havo waar ze zich naar het eindexamen ‘klieren’. Eenmaal op een hbo-opleiding beland, zijn ze niet gewend te studeren en stopt een te groot deel met hun studie. Indien blijkt dat jongens er ongunstig uitspringen, bijvoorbeeld omdat ze onderpresteerder zijn, is het zaak daar beleid op te ontwikkelen bijvoorbeeld door een groepsgewijze aanpak.

Scholen dienen daarom een jongensvriendelijke aanpak te verzorgen: meer sport, meer structuur, meer controle op huiswerk. Leer hen te studeren. Leer hen te reflecteren op hun werkhouding. Met een jongensvriendelijkere aanpak en een keer doubleren kunnen ze het hogere niveau vaak wel redden. Bij de rapportvergaderingen moet rekening worden gehouden met hun anders zijn.

Lezingen/workshops voor scholen
In lezingen/workshops voor scholen worden in korte tijd resultaten van recent onderzoek op scholen en universiteiten getoond. Er wordt ook ingegaan op de invloed van het puberende brein en de puberhormonen. Er worden tips voor een goed jongensbeleid gegeven en er is gelegenheid tot uitwisseling.

Aanbevolen litteratuur
Crone, Eveline, 2008, Het puberende brein, Amsterdam, Bert Bakker
Crone, Eveline, 2012, Het sociale brein van de puber, Amsterdam, Bert Bakker
Gurian, Michael, 2011, Boys&Girls: Strategieën voor Onderwijs aan Jongens en Meisjes in het VO, Helmond, Onderwijs maak je samen.
Ministerie van Onderwijs: resultaten van onderzoek APS en Kohnstaminstituut:  http://beheer.slo.nl/ariadne/loader.php/projects/slo/handreikingjm/site/verschillen/
Pink, Daniel H., 2010, Drive: De verrassende waarheid over wat ons motiveert, Business contact